Terwijl Max Verstappen op ramkoers ligt om voor de tweede keer wereldkampioen Formule 1 te worden, heeft de FIA ook nog een alternatieve racecompetitie lopen. Een serie wedstrijden waarin elektrische racewagens het tegen elkaar opnemen: de Formule E.
In 2012 werd het idee gelanceerd en de eerste demonstratiewedstrijden werden in 2013 gereden. In 2014 vond de officiële start van deze nieuwe discipline in de autosport plaats. De Braziliaanse ex-Formule 1 piloot Lucas di Grassi werd als testpiloot aangesteld in 2012. Hij had ook de eer om voor Audi de eerste wedstrijd Formule E ooit te winnen op het stratencircuit van Beijing.
De eerste wereldkampioen werd in 2015 een andere coureur met een bekende naam in de autosport: Nelson Picquet Jr. de zoon van… Neem een kijkje op de site van casino online Belgie. Dan zul je meteen te weten komen dat de sport ook bij de bookmakers een vaste stek heeft gevonden.
De sport was nu echt gelanceerd en er werden twaalf teams samengesteld met elk twee coureurs. De technische aspecten werden ondersteund door enkele toonaangevende Formule 1 renstallen. Mc Laren gaf zijn medewerking voor de motoren, transmissie en elektronica. Renault was verantwoordelijk voor de technische ondersteuning. De batterijen komen van Williams die daarvoor een samenwerking met Spark Racing Technology aangingen. De banden worden geleverd door Michelin en het chassis wordt gebouwd door de Italiaanse raceautobouwer Dallara.
Er worden tijdens het seizoen 2021 / 2022 normaal twaalf races of ‘E-Prix’ gereden. De E-Prix van Canada werd echter afgelast. De wedstrijden worden altijd op stratencircuits gereden, en tijdens de avond op vrijdag, zaterdag of zondag. De circuits zijn tussen de 2.5 en 3 km lang.
Anders dan bij de Formule 1 is er bij Formule E geen wedstrijdweekend, maar een wedstrijddag. Tijdens de vroege ochtend worden de testritten met vrije training gereden. In de late ochtend zijn het de kwalificaties die in vier groepen gereden worden. Tijdens de middag worden de auto’s opgeladen om ’s avond ste starten voor een race van 45 minuten plus één ronde.
De elektrische bolides halen een top van 280 km/h en versnellen van 0 naar 100 in 2.8 seconden. We kunnen hier dus écht over racen spreken. En net als hun commerciële tegenhangers, produceren de Formule E wagens geen gram CO2-uitstoot. Ook als toeschouwer ervaar je wedstrijden anders dan bij andere motorsporten. Het geluid dat deze racewagens produceren is niet hoger dan 80 dB. Ter vergelijking: een gewone auto produceert 70 dB en een bus 90!
Dat Formule E het elektrisch rijden een stoerder imago geeft, staat buiten kijf. En met het oog op het verbod op de verkoop van wagens met brandstofmotoren vanaf 2025 is dat geen slechte zaak. De elektrische wagen wordt door vele autoliefhebbers nog als ‘mak’ beschouwd. Maar deze autosport bewijst dat onder die ‘zachte schapenvacht’ ook een ‘echte wolf’ kan schuilen.
En voor de Nederlandse autosportliefhebber is er nog meer te genieten. Het afgelopen seizoen werd namelijk niet alleen Max Verstappen de eerste Nederlandse wereldkampioen ooit. In het Formule E seizoen werd die felbegeerde titel ook voor het eerst door een Nederlander geclaimd: Nyck de Vries. Geen onbekende in de autosport trouwens, in 2019 was hij ook al de wereldkampioen Formule 2.
